Een Cubaans liefdeslied

Omschrijving

In het swingende Havana van rond 1920 leidt de componist en pianist Israel Levis een comfortabel bestaan vol muziek, rum en sigaren. Van de ene dag op de andere wordt hij wereldberoemd met de eenvoudige rumba 'Rosas puras'. Hij heeft het liefdesliedje gecomponeerd voor Rita, een zangeres voor wie hij zijn leven lang een stille liefde koestert. Ook voor mannen heeft hij erotische gevoelens die hij niet durft te uiten. Muziek is de enige passie waaraan hij zich onvoorwaardelijk kan overgeven. In de jaren dertig vestigt hij zich in Parijs, waar hij ook succesvol is met zijn 'Rosas puras'. Maar dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit en wordt de katholieke Israel Levis door zijn naam voor joods aangezien en naar Buchenwald gedeporteerd. Hij vlucht in zijn fantasie en overleeft het kamp dankzij het spelen van het bekende Cubaanse liefdesliedje. Na de oorlog keert Levis als een schim van zichzelf naar Cuba terug. Het goede leven lijkt voorgoed voorbij en de liefde voor de muziek uitgedoofd. Maar dan slaat de vonk nog één keer over. Een Cubaans liefdeslied kent dezelfde rijkdom aan details, sensualiteit en muzikaliteit als de met de Pulitzerprijs onderscheiden De Mambo Kings met Songs of Love, maar overtreft dat boek in gevoeligheid. Het melancholieke verhaal over Israel Levis' levenslang onvervulde liefde voor de zangeres Rita doet denken aan Liefde in tijden van cholera van Gabriel García Márquez. Het is een ode aan de liefde, de muziek en het sprankelende Cuba van vroeger tijden.